Back to top

Curiosa klassiek: Feodor Chaliapin

Zijn vader sloeg zijn moeder en later ook hem. Het was de drank, de zwakke plek van vele Russen. Ze stamden af van boeren. Zijn vader had zich weten op te werken tot klerk, maar bittere armoe lag op de loer. Hij, de zoon, moest schoenmaker worden, toen boekbinder en toen klerk... Maar hij wilde niet deugen. Hij had maar één ding in zijn hoofd: het theater. Zijn vader schold hem uit en zei dat er niets van hem zou worden. Maar hij werd wel wat: operazanger. Met een legendarische status. Zijn naam was Fjodor Sjaljapin (1873-1938).

Toen Fjodor Sjaljapin 17 jaar was, besloten hij en zijn ouders dat het beter was als hij wegging. Nu kon Sjaljapin goed zingen. Als kind had hij gezongen in een kerkkoor. Toen had hij ook noten leren lezen. Zo kon hij terecht bij een operettegezelschap. Hij was zo blij dat hij mee mocht doen, dat hij allerlei klusjes er gratis bij deed. Maar toen het seizoen afgelopen was, zat hij zonder werk en inkomen. Hij zwierf rond, voer van stad naar stad langs de rivier de Wolga. Soms had hij werk als zanger, dan weer niet. In het ergste geval moest hij buiten slapen en een paar dagen hongerlijden.

Het lied van de Wolgaslepers (volkslied), een opname uit 1922. (zie album)

Maar er waren mensen die zich om zijn lot bekommerden en zijn talent erkenden. Dankzij een aantal weldoeners kon hij een poosje zangles nemen. Niet veel later zat hij op de trein naar Moskou met een paar aanbevelingsbrieven op zak. Van daaruit ging hij naar St. Petersburg. Hij kreeg werk en leerde de juiste mensen kennen. Na veel gestuntel wist hij zich enigszins goede manieren eigen te maken.

Sjaljapins successen leidde tot een contract bij de keizerlijke opera. Hij kon zich daar echter niet goed ontwikkelen en was er ongelukkig. Hij ging weg om zich aan te sluiten bij een operagezelschap dat geleid werd door Sawwa Mamontow. Deze rijke industrieel steunde expliciet de Russische kunsten en muziek. Dirigent van het gezelschap was Sergei Rachmaninov. Samen met Rachmaninov bestudeerde Sjaljapin de rol van tsaar Boris Godunov. Het zou zijn grootste en belangrijkste rol worden.

Boris Godunov: Afscheid, gebed en dood van Boris – live opgenomen in Covent Garden in 1928. (zie album)

De opera van Moessorgski gaat over Boris Godunov die de macht in Rusland verkregen heeft door de rechtmatige troonopvolger, een 9-jarig kind, te laten vermoorden. Nu heeft Boris zelf een zoon van ongeveer dezelfde leeftijd. Hij wordt gekweld door zijn geweten. Ondertussen zinnen hovelingen op zijn val. Een van hen heeft zijn zwakke plek geraden en verhaalt over een wonder: de vermoorde kroonprins uit de dood herrezen. De wanhopige Boris is de waanzin nabij.

Sjaljapin had grote sympathie voor de componist Moessorgski die in armoede stierf aan drankzucht. Moessorgski’s muziek werd in deze tijd nog niet geaccepteerd als hoge kunst. Veel Russen vonden zijn muziek chaotisch. Chaliapin dacht daar anders over. Hij had al eens een deel van Moessorgski's Boris Godunov gehoord. Hij vertelt hierover in zijn autobiografie: “Ik hoorde deze eigenaardige muziek plotseling een taal spreken die mij sinds lang bekend en op wonderbaarlijke wijze vertrouwd was. Het was alsof zij mij op mijn gehele verwarde, zware levensweg begeleid had, alsof ze in mij leefde […]”.

Boris Godunov: De hallucinaties van Boris, een opname uit 1931. (zie album)

Bij een rol als Boris is het niet genoeg om de noten te zingen. Het gaat om de woorden. Sjaljapin voelde dat perfect aan. Het paste bij zijn ideaalbeeld van hoe opera zou moeten zijn. Minder zang, meer acteerwerk. Hij was niet voor niets net zo lief toneelspeler geworden. Gelukkig voor hem had hij zijn tijd mee. Sjaljapin maakte van Boris Godunov een internationaal succes en tegelijkertijd maakte de opera hem beroemd. Het publiek vereerde hem, niet alleen om zijn zang maar ook om zijn charismatische toneelverschijning en realistische acteerspel. Foto’s getuigen van zijn gave om voor iedere rol de juiste houding, kostuum en make-up te vinden.

Sjaljapin ging niet gelijk weg uit Rusland na de revolutie in 1917. Hij werd er vereerd. Toch besloot hij in 1921 niet meer naar Rusland terug te keren, hoewel hij zicht nooit tegen de Bolsjewieken uit zou spreken. Hij verhuisde naar Parijs, waar ook veel andere Russische emigranten woonden. Vandaaruit zette hij zijn carrière voort. Hij trad op in het Londense Covent Garden en in The Met van New York. Hij maakte tientallen geluidsopnamen en een film, Don Quixotte (1933, Pabst). Fjodor Sjaljapin stierf in 1938 in Parijs aan leukemie.

Zijn zoon, de acteur Fjodor Sjaljapin jr. , speelde de rol van blinde monnik in The Name of the Rose. Hij was de grootvader van Cher in de film Moonstruck. (CP)

De Elegie van Massenet, een opname uit 1931. (zie album)

(CP)